De ontgroeningen zijn het geheim van Vindicat en Albertus. Een afhaker doorbreekt de stilte en vertelt waarom ze het halverwege de ontgroening voor gezien hield. ?Mensen vielen bij bosjes flauw, maar iedereen deed alsof er niets aan de hand was.?
by Ole Chavannes, 30 november 2000
Arie Leemlaan (18), eerstejaars geschiedenis, haakte afgelopen zomer halverwege de ontgroening van Albertus af. ?Het
introductiekamp is net als een strafkamp.
De introductiecommissie is gehuld in lange leren jassen en scheldt iedereen uit.
Maar als je er middenin zit, zie je niet hoe bizar het allemaal is. Ik wilde
lid worden, omdat ik nog niemand kende in Groningen en ik ben opgevoed met het
idee dat lid worden normaal is. Ik dacht dat die ontgroening wel zou meevallen.
Maar dat viel tegen. Het is afzien. Daardoor groeit wel een sterke solidariteit
met je jaargenoten, maar eigenlijk is zo'n massamanipulatie best eng.
We zaten met tweehonderd 'nullen' in een kampeerboerderij in Appelscha. De regels
zijn: niet praten, roken, drinken of wassen. Extreem weinig slapen en alleen
maar bevelen opvolgen. Je moet stomme dingen doen, zoals pindakaas op je hoofd
smeren of door de modder kruipen. Het eten is wel goed en om uitdroging te voorkomen,
heeft iedereen een veldfles om de nek hangen.
Omdat die mensen van de kampcommissie voortdurend in je gezicht schreeuwen, ben
je eerst bang dat ze je gaan slaan, maar na een tijdje heb je het toneelstuk
door en weet je dat zij niet over de grens gaan. Andere ouderejaars, die niet
op kamp mee mogen, maar waar je wel last van hebt op de kroeg, zijn voortdurend
dronken en gaan soms te ver. Die lui zijn echt sneu. Ze worden 'septemberleden'
genoemd: normaal zijn ze niet actief, maar tijdens de ontgroening zijn ze erbij,
alleen om 'nullen' af te zeiken. Ze bevelen bijvoorbeeld meisjes hun trui omhoog
te trekken. 'Maak me geil', roepen ze dan.
Je mag maar een paar uur slapen, tot zes uur 's ochtends. Dan trappen ze iedereen
eruit met harde technomuziek, om vervolgens door de modder te 'robben'. Robben
is op je buik liggen, met je handen je enkels vast houden en dan vooruit proberen
te kruipen. Met de hele tijd dezelfde kleren aan.
Het stomme is dat je het allemaal pikt. Als eenmaal je waardigheid is gebroken,
laat je je gemakkelijk in de grond stampen. Je verzetten heeft geen zin. Een
jongen die tegen het geblaf van de kampcommissie inging, moest direct 'oprotten'.
Het is immers je eigen keus om aan de ontgroening mee te doen. Door dat argument
hebben ze macht.
De dag na het kamp moesten we op de kroeg komen. Iedereen was afgepeigerd, maar
we moesten de hele nacht liederen zingen en 'zoemen'. Je moet dan uren lang met
het hoofd tussen de benen in kleermakerszit op de hurken zitten en 'zoem' zeggen.
Als je zo moe bent, is dat heel vermoeiend. De ruimte waar we met zo'n driehonderd
man opeen gepakt zaten, was ook veel te benauwd, omdat de ventilatie niet werkte.
Mensen vielen bij bosjes flauw, maar iedereen deed alsof er niets aan de hand
was. Mensen die omvielen werden gewoon weggedragen en alles ging door. Ik ben
zelf ook twee keer 'out' gegaan. Dat was op zich wel fijn want ik mocht toen
even wat drinken, maar na vijf minuten moest ik weer terug de zaal in.
Daarna kregen we een week vrij, om vervolgens bij alle disputen en jaarclubs
langs te gaan in kleine groepjes. Dat schijnt nog erger te zijn, maar toen
besloot ik te stoppen. Ik mocht eerst al niet naar een verplicht werkcollege,
maar toen ik ook niet mee mocht met het introductiekamp van de studievereniging,
was voor mij de maat vol.
Bij een vereniging als Albertus drijft alles op de ontgroening. Die schept de
samenhang. Ik heb geen spijt dat ik er aan heb meegedaan. Mijn voornaamste reden
om te stoppen was dat ik geen zin heb om mijn tijd te verdoen met alleen zingen
en zuipen. Ik wil ook niet al die verplichtingen. Ik ga liever mijn eigen weg
en kies mijn eigen vrienden.?