De computer wordt steeds meer voor de studie gebruikt, maar de integratie van elektronisch leren verschilt sterk per faculteit. In deel 4 van deze serie surft de UK langs de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap en vraagt studenten en medewerkers: wat is de digitale stand van zaken?
by Ole Chavannes, 23 november 2000
'Ik ben net een nieuwe naam voor Blackboard aan het bedenken. Wat dacht je van 'the classmaster'?? Kaj van der Plas,
derdejaars student godgeleerdheid, doet mee met de prijsvraag van Blackboard, het elektronische leeromgevingsprogramma waar
iedere student vanaf volgend jaar mee moet gaan werken. De student gaat voor de hoofdprijs: een notebook. ?Ik computer niet
meer zoveel hier, want ik studeer nu harder, maar ik heb wel een tijdje online games gedaan.?
Er staan zes computers in een lokaaltje voor de 220 theologiestudenten, waarvan ??n pc alleen voor Progress-www, het
inschrijvingsprogramma voor tentamens, kan worden gebruikt. ?Dat is ook voor de studenten die geen account hebben, dan kunnen
ze zich toch inschrijven?, weet tweedejaars godsdienstwetenschap Sarah Los. ?Dat zijn gewoon luie studenten hoor, maar die
computers zijn ook niet zo nodig. Iedereen kent elkaar hier, dus je inschrijven voor een tentamen ging altijd met lijsten op
het prikbord. Dat werkt! e net zo makkelijk. We zitten ook pas sinds deze zomer op Progress.?
Het ligt voor de hand te denken dat op deze knusse faculteit de elektronische leerfaciliteiten achter lopen ten opzichte van
grotere studies. Maar volgens Van der Plas is dat onzin. ?Theologie is niet achtergebleven hoor. Op zich is het redelijk
geregeld, maar er moeten wel meer computers bij. Als we volgend jaar met Blackboard gaan werken, moet wel iedereen online
kunnen zijn.? Hijzelf gaat komend trimester met een 'pilot' van Blackboard oefenen. ?Voor sommige opdrachten moet je het
internet op, maar lang niet alles hoeft op de computer. Ik vraag me altijd af: wat is het doel van computers? Als het er
alleen omgaat om het hoofd vol te pompen met informatie, weet ik niet wat dat echt toevoegt.?
Medestudent Sarah Los is faliekant tegen Blackboard. ?Ik heb nog nooit iets elektronisch geleerd. Ik hoef geen online
colleges. Ik lees wel boeken. Ik ben tegen zo'n elektronische leeromgeving omdat het niet ge! zellig is. Het faculteitsleven
is ook belangrijk.?
Ook Van der Plas is sceptisch. ?Ik lees liever van een blaadje, dan van een beeldscherm. Puur elektronisch leren is alleen
handig als je op afstand woont. Maar een hoorcollege maakt de stof levend. Zo'n live-presentatie heeft allerlei geavanceerde
communicatievormen in zich: discussies, gebarentaal, om de stof heen ouwehoeren. Dat wordt op prijs gesteld. Het enige
voordeel van elektronisch leren is dat je geen last hebt van de slechte adem van een docent.?
Bij godgeleerdheid en godsdienstwetenschap dringt de vraag zich op: wat is de link tussen computers en God? De bevlogen
hoogleraar godsdienstpsychologie P. Vandermeersch heeft het antwoord. ?Ik vraag me af of het woord van God Word of WordPerfect
is. Voor een boek wat ik schrijf, ontving ik van collega's uit Zweden, Duitsland en Spanje verschillende versies
Word-bestanden. Het rare was, dat in al die teksten het woord 'Jaweh' weggevallen was! Toen ik het hele zaakje ! configureerde
naar Word Perfect, vond ik 'Jaweh' in kadertjes terug in het onderwaterscherm. Onder water ligt de clou, niet daarboven. Het
is echt gebeurd."