Colleges, presentaties, roosters, cijfers, studieplanningen, adreswijzigingen... Het wordt allemaal digitaal. Gisteren werd het offici?le startsein gegeven voor de elektronische leeromgeving (elo) waar vanaf september 2001 de gehele RUG-'community' actief gebruik van gaat maken. Maar het programma staat volgens de eerste gebruikers nog bol van de 'bugs'.
by Ole Chavannes, 14 december 2000
'Het grootste misverstand is dat Blackboard de docent zou vervangen?, begint L. van der Duim, onderwijskundige en medewerker
van het expertise centrum voor computer ondersteunend onderwijs (Eccoo). ?De elo gaat het onderwijs niet vervangen, maar
ondersteunen. Om bijvoorbeeld opdrachten in Blackboard te maken, is wel eerst een werkcollege nodig. De RUG wordt heus geen
internetuniversiteit.?
De Groningse universiteit cre?ert met het Amerikaanse programma Blackboard, onder de eigen naam Nestor, een elektronische
leeromgeving die talloze organisatorische en educatieve verbeteringen moet uitlokken. De programmatuur is pas vier jaar oud,
maar wordt inmiddels door 3,5 miljoen mensen gebruikt in zeventig landen. De RUG betaalt per jaar 50 duizend dollar voor de
standaard licentie. Dat lijkt veel, maar uit de meeste internationale onderzoeken naar elektronische onderwijstoepassingen
blijkt, dat het altijd kostenbesparend werkt. Momenteel hebben meer dan tweeduizend docenten en studenten aan Nestor kunnen
snuffelen. En meer dan honderd digitale cursussen zijn al in Nestor opgenomen. De ervaringen en meningen lopen sterk uiteen.
?Nestor is een hele leuke aanvulling op de klassieke invulling van cursussen en kan een zinnig leermiddel zijn. Volgens mij is
het uiteindelijk niet meer dan een interactief, zeer actueel naslagwerk, en dat moet ook zo blijven. De oorspronkelijke
invulling van de cursussen moet er niet door aangetast worden?, vindt Jeroen Minderman, tweedejaars biologiestudent.
Big Brother
De implementatie van elektronisch leren verschilt nu nog sterk per faculteit. Geen enkele andere universiteit in Nederland
voert de elo universiteit-breed in. De invulling van Nestor wordt echter pluriform. Iedere docent heeft immers zijn eigen
werkwijze en het is de bedoeling dat daar ruimte voor blijft. Het voordeel is dat faculteit-overstijgende informatie en
projecten gemakkelijk voor iedereen toegankelijk zijn. Maar de nadelen liegen er ook niet om.
Nieuwe programmatuur kost alle gebruikers een fikse tijdsinvestering. En er zijn nog genoeg docenten en studenten die niet
zoveel moeten weten van de computer. Hans Boelens, een hbo-docent, die als student mee doet aan de 'pilotfase' van Nestor ziet
veel problemen: ?Ik constateer dat het nog niet erg werkt. Er zijn veel storingen, het is langzaam en het is vaak moeilijk
over te stappen naar andere menu's. Tot nu toe is er ook weinig participatie van medecursisten. Op mijn werk zijn collega's er
erg positief over m! aar studenten aanzienlijk minder. Ik verwacht Nestor als steuntje te kunnen gebruiken, net zoals e-mail
en internet, meer niet. En ik vrees dat het moeizaam aanslaat bij de massa. Niet in de laatste plaats vanwege het Big-Brother
effect: de docent kan zien wat welke student wanneer precies deed. Het 'systeem' kan vervolgens ook precies zien wat de docent
allemaal uitspookt. Al met al moet er niet te veel verwacht worden van Nestor.?
Van der Duim benadrukt juist het voordeel van de 'Big Brother'-functie: ?Als onderwijskundige weet ik hoe leren werkt. Door
dit programma kunnen docenten het leergedrag van studenten op de voet volgen. Omdat direct is te zien hoe studenten reageren
op de stof en de onderwijsvorm kleinschaliger is, verbetert de communicatie tussen docent en student. Docenten kunnen ook
wereldwijd cursusmateriaal uitwisselen met vakgenoten. Daar wordt het onderwijs alleen maar beter van.? Volgens Van der Duim
is de kracht van de Blackboard-community dat het een m! ondiale, relatief sterk gedisciplineerde groep gebruikers betreft.
Nestor biedt veel logistieke en administratieve voordelen, maar maakt studeren ook effici?nter ?n socialer, door de
kleinschalige onderwijsvorm. ?Tenminste, als alles goed gaat.?
Dummystudent
Uit een eerste voorlopige enqu?te onder studenten van hoogleraar communicatiekunde G. Redeker komt een louter positief beeld
naar voren. Maar liefst 91 procent vindt dat de cursusinformatie elektronisch goed beschikbaar is. Ruim 60 procent van de
enqu?tedeelnemers vindt het goed dat de communicatie met de docent grotendeels elektronisch gebeurt. Slechts 12 procent van
hen zegt vaak moeite te hebben met het vinden van de juiste informatie. Alleen, de enqu?te werd door slechts 32 van de 100
ge?nqu?teerden ingevuld.
?De studenten leveren hun werkstukken in via de digitale 'dropbox' en krijgen tevens via die brievenbus een ingevuld
feedbackformulier van de docent terug?, licht Redeker toe. ?Van de respondenten vindt 62 procent de dropbox 'handig'. Een deel
van de studenten heeft daarnaast ook het commentaar op de eerste versie van het werkstuk in elektronische vorm gekregen.
Driekwart van de studenten die elektronisch commentaar kregen, zegt dat als 'prima en zeer nut! tig' te hebben ervaren.?
Uit commentaren op de 'discussionboards' van Nestor en het internationale Blackboard.com komen verschillende interessante
mazen in het netwerk aan de orde. Zo doet een Amerikaanse student uit de doeken hoe een 'dummystudent' kan worden gemaakt. Hij
heeft een fictief persoon opgevoerd, die doodleuk allerlei cursussen volgt en het systeem in de war schopt. Over de veiligheid
van Nestor bestaat, zoals met vrijwel alle internetprogrammatuur, onduidelijkheid, maar volgens de universiteit is het huidige
inlogsysteem goed genoeg.
Over de vele reclamebanners, die niet weg te klikken zijn, zijn ook veel klachten. Tevens is er een probleem met verschillende
aansturingsprogramma's. Nestor schijnt beter te draaien onder Internet Explorer dan onder Netscape. Volgens A. Sillius,
computerco?rdinator van farmacie, is dit een schande. ?Voor een commercieel product is zoiets onacceptabel, maar wat de
oorzaak is, is nog onduidelijk. Het moet tot op de bodem uitge! zocht worden, want dit probleem gaat over de 'ingewanden' van
Nestor.? Het grootste euvel aan Nestor is volgens Sillius het ontbreken van een goede feedback bij problemen. ?Waarom biedt
Nestor de gebruiker geen helpfunctie aan in het scherm dat je voor je snufferd krijgt als je een functie hebt geactiveerd? In
het jargon heet dit 'context-sensitive help'. Technisch is het een fluitje van een cent om te realiseren en het is zeer
effectief.? Ook op de internationale 'discussionboard' wordt het meest geklaagd over het ontbreken van behoorlijke feedback op
vragen door het bedrijf Blackboard.
Muisarmen
Een niet te onderschatten probleem is ook het loerende gevaar van rsi. Nestor bestaat uit vele vensters en kent geen
'snelfunctietoetsen'. Biologiestudent en volgens eigen zeggen, 'Blackboardjunkie', Kees Hofijzer windt zich erover op. ?Ik
klik me een ongeluk met dit programma. Toetsenbordcombinaties zijn niet mogelijk, dus eigenlijk promoot de RUG op deze manier
rsi. Maar verder vind ik Nestor een erg prettig medium om mijn meningen te spuien.?
Het is de vraag of muisarmen een groot probleem gaan worden, aangezien dat vooral optreedt bij overmatig computergebruik. Het
grootste probleem van de elektronische leeromgeving is waarschijnlijk het tekort aan 'hardware'. Ook al is de programmatuur
nog zo nieuw en interessant, als studenten niet voldoende en snelle toegang tot het internet kunnen krijgen, gaat de vlieger
niet op. Op dit moment zijn er slechts ongeveer 1500 computers voor de gehele universiteit.
Eccoo-medewerker Van der Duim relati! veert het 'hardware'-probleem echter. ?Iedere student een behoorlijke laptop geven is
veel te kostbaar. Dat zou minstens 20 miljoen gulden kosten. Daar kan je beter een nieuwe faculteit voor oprichten. Studenten
alles helemaal zelf laten betalen kan ook niet, dus moet er een middenweg worden gevonden. Waarschijnlijk wordt Oprit, de
internet-provider van de RUG, gratis. Ik maak me er niet echt zorgen om. Over een paar jaar zal blijken dat dit een
achterhaalde discussie is. De ontwikkelingen gaan zo snel. Kijk maar naar de voordelen die mobiele telefoontjes bieden. Een
paar jaar geleden had nog niemand dat kunnen bedenken.?