by Guy, 24 januari 2005
Bogor, 24 januari 2005:
We gaan! De situatie in Atjeh lijkt te verbeteren en we hebben voor het eerst telefonisch Poncut gesproken en hij heet ons van harte welkom. Het kost hem moeite, omdat hij een nogal trotse
jongen is, maar hij zegt onze hulp hard nodig te hebben. Vreselijk praktische zaken zoals een nieuwe accu voor zijn gsm, kaplaarzen en waterzuiveringspillen kan hij daar nergens krijgen. Willeke
en ik hebben net de tickets gekocht. We gaan donderdag en blijven daar tot 3 februari. Dus; stay tuned.
Bogor is mooi. Het was de meest geliefde stad van de Nederlanders vanwege het relatief koele klimaat. Het heette dan ook Buitenzorg en om dat foute koloniale tempo doeloe gevoel helemaal te
beleven, hebben we ?geheel toevallig- een kamer gevonden in de vroegere residentie van de gouverneur-generaal. Dit ?losmen? (soort motel, afgeleid van logement) is een oud herenhuis, dat
geheimzinnig ligt verscholen tussen de met mos behangen platanen. De meeste Indonesische huizen zijn laag en hebben dunne wandjes, maar dit pand heeft grote dikke muren en een meters hoog
plafond. Alle semi 'Stille Krachten' daargelaten, maar ik voel wel dat hier veel is gebeurd.
Bogor staat vooral bekend om haar botanische tuinen, die rond het begin van de 18de eeuw zijn aangeplant. Iedere denkbare boom en plant uit de gehele Indonesische archipel (die qua oppervlakte
ongeveer zo groot is als Europa) is hier te vinden. Heerlijk lang door deze tuinen verdwaald.
Nu heb ik na nog geen week al het gevoel genoeg de toerist te hebben uitgehangen. En trouwens, het is weer tijd om terug naar Jakarta te gaan omdat vandaag in Bogor knokkelkoorts (dengue) is
uitgebroken. Er zijn al twee doden en 25 mensen in het ziekenhuis opgenomen. In het Indonesisch noemen ze dat trouwens 'bloedkoorts?': klinkt nog fijner. Uitbraken komen vaker voor in de
moessontijd, maar nu is het wel heel dichtbij.
Later tik ik meer, lief weblogje, maar ik moet nu kaplaarzen en zo'n fout 25-zakjes-vest kopen, om maar geloofwaardig als journalist over te komen in Atjeh. Da's nodig voor de vele
uniformsnorren die zullen vragen wat we er doen.
Jakarta, 22 januari:
Langzamerhand vinden we de puzzelstukjes voor een reis naar Atjeh bij elkaar. Marboen, een bevriende journalist die voor Antara werkt -het Novumnieuws van Indonesie- heb ik gister op goed geluk opgezocht op zijn kantoor. Hij is net 3 dagen terug uit Atjeh. Hij heeft ongelooflijke foto's gemaakt, die door AP zijn gekocht.
Hij was geschokt door de onverbiddelijke verwoesting van de tsunami, en geschokt door het lompe gedrag van de buitenlandse pers. Zijn tips: "Heb geduld, wees respectvol en als je iemand interviewt, vraag nooit hoeveel familie iemand verloren heeft, maar hoeveel er vermist zijn". Hij zei dat er al veel aanvaringen tussen de rouwende overlevenden en ongevoelige journalisten zijn geweest. Plaatsvervangende schaamte...
Of we gaan, hebben Willeke en ik nog niet besloten. De afweging in hoeverre we nuttig kunnen zijn daar, of we hulpverleners niet voor de voeten lopen, of we het zelf aankunnen en of het niet te gevaarlijk is qua ziektes, is lastig te maken. Feit is wel dat onze vriend Poncut daar blijft en vraagt of we naar BAndah Atjeh komen om te helpen. Vorige week heeft Willeke al 700 euro overgemaakt, maar in Atjeh zijn er geen banken of pinautomaten meer. En dat terwijl de prijzen voor voedsel en medicijnen omhoog schieten.
Als we gaan, moeten we dus een berg ' cash' meenemen. Het transport daar moet lukken: via die bevriende journalist heb ik een lijst namen van hoge Indonesische militairen, die voor gratis helikoptervervoer kunnen zorgen. Maar er zijn veel praktische problemen, die de reis zo ingewikkeld maken. Zo kwam ik er gister pas achter dat de 700 euro die ik heb ingezameld, haast niet te pinnen is! Een pinautomaat spuugt hier per keer maximaal 500.000 rupiah uit, iets meer dan 50 euro. En ook hier geldt: maar een keer per dag is 'gastgebruik' toegestaan.
Tegelijkertijd doe ik het lekker rustig aan: ik heb een massage gekregen, waarbij ik met grof geweld uit elkaar ben getrokken en min of meer weer in elkaar ben gezet, heb een bezoek gebracht aan de grootste moskee van Zuid-Oost Azie, midden in Jakarta, en heb gister braaf met mijn gastfamilie sate gambing gegeten, van dezelfde geit die ik 's ochtends nog heb gefilmd tijdens een onwelriekend ritueel: het slachtfeest. Honderden kilo's hompen geitenvlees in de brandende zon van 30 graden ruikt gewoon niet heel lekker...
Dat was het voor nu. Schroom niet een reactie op deze site achter te laten of mail semtext@yahoo.com. Later hoop ik nog foto's toe te voegen, maar het uploaden werkt nog niet zo. Adios!
Jakarta, 20 januari:
Terwijl buiten de dikke tropische moesson klettert, stroomt de tsunami in Atjeh op tv non-stop voorbij. Daaronder een treurig klinkende klaagzang - een bijpassend vers uit de koran - en het gironummer. Veel heftige amateurbeelden die ik nog niet eerder heb gezien.
Bij de familie waar ik op bezoek ben, midden in een stedelijke kampung in Zuid-Jakarta, is alleen op dit moment de fikse overstroming in het noorden van de hoofdstad zelf het gesprek van de dag. Geen doden, maar wel tot een halve meter hoog modder in de straten. Tja, het is dichterbij...en het schijnt de komende 4 dagen nog net zo hard te blijven regenen als nu. Als we hier nog maar wegkomen, richting Noord-Sumatra...
Het goede nieuws: in totaal hebben mijn reisgenoot Willeke en ik van vrienden, familie, stichtingen en m'n werk (Novum/FTV/Moneyview) bijna 2000 euro gekregen om te geven aan Poncut, een vriend uit Aceh, die om noodhulp heeft gevraagd. Iedereen bedankt! Nu ga ik eerst die jetlag eruit slapen. Ik heb al van die fijne rode bijtgrage minimiertjes rond en op mijn matras ontdekt. Heerlijk, die tropen.
Van 19 januari tot 18 februari reis ik samen met mijn reisgenoot Willeke Colenbrander door Indonesi? en hou een reisverslagje op deze site bij. We gaan Poncut, een vriend uit Atjeh, medicijnen, voedsel en kleding geven voor zijn getroffen familie. Tot nu toe heeft hij 30 familieleden en vrienden verloren. Hij heeft zich ontfermd over twee weeskinderen. Als je wilt helpen, mail me. Namens Poncut alvast hartelijk dank!